Reageren of een ervaring delen?

Wil je reageren op een vraag of zelf een vraag stellen? Of wil je jouw ervaring delen met de andere leden. Dat kan, maar alleen wanneer je je hebt aangemeld voor Samen Fitter.  Heb je al een account? Log dan snel in.

De virtuele elfstedentocht op het St. Odulphuspad

| 23 reacties

 loopt zijn elfstedenroute of het St. Odulphuspad. In een blog kwam de eerste etappe al aan bod. Hieronder lees je zijn mooie verhalen van de andere etappes!

Voordat  je een reactie kunt plaatsen moet je je eerst  aanmelden voor Doejemee.

23 reacties

  • 8e etappe St. Odulphuspad ‘Tumulus als Virtueel Elfstedenpad 7 etappe 7 juli 2020

     Ook deze etappe zijn we met ons tweeën. Het is droog maar het waait weer stevig, gelukkig gaat de etappe veel door de bossen. De 8e etappe gaat van Oudemirdum naar Koudum en is voor ons 17,6 kilometer. Soms lopen we de app. route, dan weer via de wandelknooppunten. Deze etappe wordt ‘Tumulus’ genoemd. Dat betekent heuvel, het wordt dus een heuvelachtige tocht.

     Gaasten en kliffen.

    In Zuidwest-Friesland zijn de zandgronden van Gaasterland het oudst. Zij zijn ontstaan tijdens de twee laatste ijstijden. De ijskappen (gletsjers) vanuit Scandinavië kwamen tot over een groot deel van Nederland. Ze schuurden als bulldozers brede, diepe dalen uit, zoals het gebied waar nu de meren Heegermeer, Fluessen en Morra liggen. Bij Gaasterland stuwde de ijskap zand, leem en keien op tot hoge bulten van keileem ’Gaasten’ genoemd De Zuiderzee knabbelde daar grote delen vanaf, zo ontstonden de kliffen.

     Over de ‘Tumulussen.’

    Bij het hoogste punt van het Jolderenbos (12 m boven NAP) staat nog altijd de uitkijktoren van de BB.De toren was bedoeld om vliegtuigen van de Sovjets waar te nemen tijdens de ‘Koude Oorlog.’ Het Jolderenbos ligt dus op een ‘Tumulus.’ Wij kiezen voor de route naar de vijver. In de crisisjaren gegraven als werkverschaffingsproject. We staan stil bij de plaats waar in WO2 twee mannen door de Duitsers zijn gefusilleerd. Verder stappend komen we langs drie campings verscholen in de bossen.

    Door weilanden bereiken we het ‘Rysterbosk.’ Het is een wandelbos in het golvende Gaasterland. Majestueuze beuken en eiken houden de wacht over de belangrijkste slagader ‘de Murnserleane.’De Murnserleane wordt ook wel de Kalverstraat van Gaasterland genoemd, zo druk kan het er zijn met wandelaars. Aan het eind is er de beloning, het indrukwekkend uitzicht over het IJsselmeer bij het Mirnser klif. Het bos hoorde bij het landgoed dat hier heeft gestaan en is aangelegd voor de houtwinning. Veel eiken dragen een waarschuwingsband tegen de processierups. De haren van het beest zorgen voor veel jeuk.

    We gaan richting het ‘Bakhústerheech.’ Hier zie je weer hoe heuvelachtig Gaasterland is. Op het ‘Heech’ staat de ‘Odulphus Pleats.’ Odulphus zelf staat hier versteend aan de voorgevel van deze boerderij. Langs weer een boscamping gaan we ‘op’ naar Hemelum.

    We steken de Oduphusstraat over en gaan via de hoofdstraat naar het klooster. Vorige week was het gesloten en ook nu weer. Je zult maar als pelgrim hier onderdak zoeken.

    Als je zo niet ver van je eigen woonplaats wandelt, is de kans groot dat je af en toe een bekende tegen komt. Zo ook vandaag. Ontmoetingen horen ook bij pelgrimeren. Daar nemen we dan ook ruim de tijd voor.

     Door het gletsjermeer naar Koudum.

    Van Hemelum dalen we af naar de Morra. In de verte zie je op de ‘Tumulus’ Koudum liggen. Let op, aan het ‘Morrapad’ word je opgewacht door een giftige plant. Waarschuwing: niet aanraken!Loop je over gras dan kan er een teek op de loer liggen. Daarvoor is geen waarschuwingsbord. Je moet thuis zelf onderzoek doen. Vind je er één, verwijder hem voorzichtig met de tekentang. Een teek kan voor veel lichamelijke ellende zorgen.

    Bij de oeverzwaluwenwand zonder zwaluwen gaan we door het aquaduct ‘op’ naar Koudum.Daar wandelen we door het leuke park van het dit dorp. Met een wijde boog gaat het over de Slachtedijk en de‘Tumulus’ van het dorp naar de finish bij de fraaie Martinikerk.

    Maar eerst nog even een stempel halen bij de boekhandel. Dan is het tijd voor een verdiende versnapering, die nuttigen we in het pand dat jaren geleden een bloemenzaak van de vrouw van Eppie was. Bij goed weer zette ze bloemen daar buiten op de stoep om klanten te trekken.Nu zetten wij er de bloemetjes buiten met heerlijke koffie en een dikke punt appelgebak.

    Ines Bergsma

  • Dag Jitty,

    Nee we zijn nog lang niet klaar met het Odulphuspad. We hebben 8 van de 15 etappes gehad. Elke week één etappe dus nog zeven weken te gaan.

  • Goed gedaan Ines! Ben je nu ook al klaar met het St. Oduplphuspad? Of hebben jullie nog een paar etappes te gaan? 

  • Ja Iris, maar de ommetjes rond Balk zijn meestal 6 tot 8 km en dat ongeveer drie keer per week plus de Odulphus etappes dan gaat het snel. Maar ik voel mij er goed bij en rond Balk met bos en open gebieden kun je kiezen uit veel verschillende routes.

    Gr,

    Ines

  • dat heb je snel gedaan! Balloon

  • Hiep Hoi!!

    Vandaag de 283 km lange virtuele Elfstedenpad voltooid met de etappes van het Odulphuspad en de wandelingen vanuit huis.

  • 8a etappe St. Odulphuspad ‘ met NPO 5 radio rond Hemelum en Bakhuizen 30 juni 2020

    Op pelgrimspad met Radio NPO 5.

     Radio NPO 5 maakt een serie gesprekken met wandelaars die klooster- of pelgrimspaden bewandelen. Daarom wandelt reporter Hadassa van der Griend vandaag een aantal kilometers met Eppie en Ines mee op een deel van de Odulphus route rond Hemelum en Bakhuizen.

    Tijdens het wandelen, gaat ze met ons in gesprek over het hoe en waarom van ons wandelen.Van deze gesprekken maakt ze een radioverslag. Binnenkort wordt dit op radio NPO 5 uitgezonden.

     Van Balk naar Hemelum: vluchtelingen.

    Van Balk gaan we via een deel van etappe 7 met de auto naar Hemelum. Deze etappe heeft als titel Refugium, dat betekent schuilplaats. We komen langs (voormalige) schuilplaatsen. Het begint direct met het AZC Balk voor ons. Dan rijden we door Harich via de Lykwei. Daar heeft ooit een uithof van het St. Odulphusklooster gestaan. De uithof werd ‘Spitael’ genoemd. Dat betekend hospitaal. De naam staat nog op de boerderij die er nu staat. Op het land vlakbij kregen gevluchte Belgische soldaten uit WO 1 een veilig onderdak. Even verder ligt aan de Luts een bosgebied ‘De Wyldemerk.’

    In een barakkenkamp hier hebben geëvacueerde gezinnen van moslim Molukkers uit voormalig Indië onderdak gevonden.

     In Rijs stond ooit een steenfabriek. Op dat terrein hebben ook Belgische vluchtelingen gewoond.

     Hemelum Sint-Nicolaasklooster.

    We starten met wandelen net buiten Hemelum, daar is Eppie ook. Via een pad met fraai uitzicht komen we langs het Russisch Orthodox  Sint-Nicolaas klooster, gevestigd in de voormalige Gereformeerde kerk. Eppie heeft als makelaar deze koop mogelijk gemaakt.

    We treffen het niet, want we hebben geen contact kunnen leggen om de deur van het klooster voor ons te openen. Jammer! Maar we krijgen een pleister op de wonde, want even verderop staat de deur van Sint-Nicolaas kerk uitnodigend voor ons open. We krijgen van pastor Pasterkamp een gedegen uitleg over de kerk en over het klooster dat hier ooit heeft gestaan. Het was de vervanger van het Odulphusklooster van Stavoren. Dat was in de Zuiderzee verdwenen. Was het klooster in Stavoren een mannenklooster, het klooster hier werd later een vrouwenklooster. In de 16e eeuw leidde de opkomst van de Reformatie ook het einde van dit kloostercomplex in. In de kerk kun je nog zien waar de kapel van het klooster heeft gestaan. Het klooster zelf stond even verderop in de richting van Bakhuizen vertelt de pastor ons. We wandelen erlangs op weg naar Bakhuizen. 

     Odulphus en Bakhuizen.

    In Bakhuizen staat de Rooms Katholieke Sint Odulphuskerk. Deze kerk is van 1914, het jaar dat WO1 uitbrak en veel Belgen vluchten naar Nederland. De oude kleinere kerk werd niet gelijk afgebroken, maar werd gebruikt als onderdak voor een groot aantal Belgische vluchtelingen. Al een AZC eigenlijk. Op het kerkhof bij de kerk staat een gedenksteen hiervan.

    De parochianen van Bakhuizen houden de geschiedenis van Odulphus in ere. Niet alleen de kerk draagt zijn naam, ook ieder jaar wordt er op 12 juni, de geboortedag van Odulphus, een Odulphusbedevaart gehouden. De kerk is gesloten dus wandelen we verder over het Oduphuspad. Eppie zijn ‘roots’ liggen in Bakhuizen, hij vertelt er enthousiast over. Het pad gaat over het ‘Bakhústerheech.’ Het is hier heuvelachtig, die heuvels worden: ‘Gaasten’ genoemd. Dit is een deel van etappe 8 die ‘Tumulus’ heet wat heuvel betekent! Bovenop staat de Odulphus boerderij.

    Wij gaan weer richting beginpunt. Ondertussen interviewt Hadassa ons verder over onze beweegredenen van ons wandelen. We verwoorden het als volgt: we houden van wandelen, van de natuur, we staan stil bij kerkelijke en historische punten en bij mensen die we treffen op ons pad en tot slot: in onze onderlinge gesprekken verbeteren de wereld!

     Ines Bergsma

  • 7e etappe St. Odulphuspad  ‘Refigius als Virtueel Elfstedenpad 7 etappe 29 juni 2020

    Cathrienus is met vakantie dus zijn we deze etappe met ons tweeën. Het is droog maar het waait stevig, gelukkig gaat de etappe veel door de bossen. De 7e etappe gaat van Balk naar Oudemirdum en is voor ons 15,3 kilometer. We korten de route een paar kilometer in. Deze etappe draagt de naam ‘Refugium’ dat betekent schuilplaats en herinneringen hieraan komen we vandaag tegen.

     Van Balk door de bossen naar Kippenburg.

    De start is bij de kerk ‘Breahûs’. In Balk zie je aan de riante woningen met fraaie gevels dat vroeger de boterhandel hier voor grote rijkdom heeft gezorgd. Fraai is ook het oude raadhuis. We verlaten Balk. Op Lorreburen naar Harich staan drie monumentale boerderijen. Van de boterkoopman Idske Poppes was de tweede. In de kelder werd de room van de melk tot boter gekarnd. Harich is een voornaam dorp geweest, dat zie je nog aan de grote woningen die er staan.

    Dan wandelen we door de fraaie beukenlaan in het Harichsterbos, uiteindelijk verlaten we dit bos bij Ruigahuizen. We steken de autoweg over en duiken gelijk de Star Numans bossen in.

    In Ruigahuizen hebben Hugenoten uit Frankrijk een schuilplaats gevonden. Bij de fraaie klokkenstoel gaan we de Bremer wildernis in en dan terug naar de Star Numans bossen. Daar liggen op het pad grote omgewaaide bomen. Hindernissen die we met jeugdige vaardigheid nemen! Trots bereiken we Kippenburg. Hiernaast is het paardendekstation van de dochter en schoonzoon van Eppie. We pauzeren er even en bekijken de indrukwekkende paarden die er staan.

     Vluchtplaatsen.

    Aan de overzijde van de snelweg aan de ‘lykwei’ stond in de middeleeuwen een uithof van het Sint Odulphusklooster. De uithof heette ‘Spitael’, dat betekent hospitaal. Hier werd aan armen, zieken en bedevaarders onderdak geboden. In de tachtig jarige oorlog is het in vlammen opgegaan. De boerderij die er nu staat draagt nog de naam ’t Spitael.’

    In het begin van de eerste wereldoorlog sloegen veel Belgen voor de Duitse troepen op de vlucht naar o.a. Nederland. Waaronder ook veel militairen, die werden in Nederland ontwapend en opgevangen in kampementen. Eén van de eerste tent kampementen was hier aan de ‘Lykwei.’ Later mochten de militairen hun gezinnen over laten komen en kregen ze in Gaasterland een beter onderkomen. De oude steenfabriek bij Rijs is er toen voor ingericht en een nieuw kamp ‘Boschkant’ werd er aangelegd in de buurt van Oudemirdum.

    Het gebied waar we nu zijn heet ‘Wyldemerk’, de naam herinnert aan de vroegere jaarlijkse tweedaagse markt. De eerste dag was voor de senioren uit de streek. De tweede dag was voor de jeugd, dan ging het er vaak ‘wyld’ aan toe, mee onder invloed van drank, vandaar de naam.

     Molukkers

    Even verder staat langs de oude weg een transformatiehuisje. Daarop staan namen van Molukkers. In 1948 werd Indië door Nederland overgegeven aan Indonesië. Veel Molukkers hebben voor een vrij Ambon in het Nederlandse leger gestreden. Na deze actie moesten ze wel in Nederland onderdak krijgen. Een minderheid van de Molukkers waren moslim en dat gaf soms strubbelingen met de andersdenkende Molukkers. Voor de moslims werd een onderkomen op de ‘Wyldemerk’ aangelegd. Bijna twintig jaar hebben ze hier gewoond. Veel mannen werkten in Sneek en de oudere kinderen gingen in Balk naar school. Bij de plaatselijke bevolking hoorden ze er gewoon bij.

    Dan wandelen we langs de afgraving van de ‘Wyldemerk.’ Het zand ervan is gebruikt voor de aanleg van de N359. Nu is het een prachtig waterrijk natuurgebied. Het libellen reservaat is vermaard om zijn veelheid van libellen soorten. Het grote geplande pretpark is er gelukkig niet gekomen.

    Over het bruggetje komen we weer in de bossen. Langs een recreatieterrein gaat het op naar Oudemirdum. Even voor Oudemirdum zien we de plek waar kamp ‘Boschkant’ heeft gestaan.

    Net voor sluitingstijd halen we ons stempel bij “Mar en Klif.’

    Ines Bergsma

  • 6e etappe St. Odulphuspad  ‘Moenia Perae’  als Virtueel Elfstedenpad 6 etappe 23 juni 2020

    We zijn weer met ons drieën. Volop zomerweer met een temperatuur rond de 25 gr. C. De 6e etappe gaat van Wijckel via een omweg naar Balk en is met toeloop naar Wijckel 17,2 kilometer. De titel van de etappe is: ‘Moenia Perlae’ wat betekent stadswallen van de parel. En een parel is Sloten de kleinste van de elf steden van Fryslân. Open gebied en bossen wisselen elkaar af bij deze etappe.

     

    Naar Sloten.

    Vanaf de hoogte van de zandrug zien we rondom ons kaalgeschoren weilanden. Het is gras is binnen, maar door de droogte van de laatste tijd is nu de groei er even uit. We komen via het fietspad lang de Ee en de jachthaven Sloten binnen. Op de stadswal slaan we af naar het bolwerk met de fraaie molen. Onderaan het bolwerk staat de schandpaal, die lopen we snel voorbij. In het fraaie museum halen we het stempel van deze etappe. Langs de stadsgracht bereiken we het andere bolwerk van de stad. Het kanon dat daar staat ‘schiet’ ons richting het Slotermeer. Langs de kade liggen alweer veel soms hele luxe boten.

     

    Gerrit de otter.

    Het Slotermeer ligt er in de zon met wat wind prachtig bij. De route loopt eigenlijk over de kade bij het meer, maar dan moet je verschillende obstakels nemen en daar passen we voor bij dit warme weer.

    We komen lang het Wikeler Hop. Twintig jaar geleden heb ik als natuurgids in opleiding dit gebied een jaar in lang regelmatig bezocht om de flora en fauna ervan in kaart te brengen. Dat het ik samen gedaan met’ Gerrit de fictieve otter’ We kwamen toen tot de conclusie dat er voor de otter (uitgestorven in Fryslân) nog geen plaats was voor herintroductie. Het Slotermeer en de omgeving waren er nog niet geschikt voor. Sindsdien is de waterkwaliteit sterk verbeterd. Een otter jaagt op gezicht dus moet het water helder zijn en dat is het nu redelijk. En de omgeving is nog vrij rustig.

    Een paar weken geleden kwam een collega natuurgids vertellen dat hij op een vroege zondagmorgen oog in oog stond met een otter met een grote vis in zijn bek. Wat een prachtige ontmoeting en een teken dat niet alles negatief is wat er in de natuur in onze omgeving plaatsvindt.

     

    Buurtschap Bargebek.

    Langs het Menno van Coehoornbos met daarin sportvelden en een fraaie camping gaan we op naar het buurtschap Bargebek. Wat een naam hoe komt men daarbij. Dat zit zo: Als je in de buurtschap komt en je ziet rechts de straat ‘de Lynbaen’ dan heeft die de vorm van de onderkaak van een varken. Kijk je dan naar links dan zie je de voorkant van de varkenssnuit. Je moet het weten en dan nog zien ook anders loop je eraan voorbij en dat doen wij dus ook.

    Op de Lynbaen slaan we na een honderd meter een landweggetje in. Daar worden we verrast met enkele fraaie kunstwerken. De laatste daarvan is van losstaande stenen, tegels en stoepranden gestapeld. Het doet ons denken aan de natuurbouwwerken van La Roy bij Mildam. Vorig jaar door ons bezocht op de Jabikspaadroute.

    Nu komen we bij een bijzondere handwijzer. Het aardige is dat deze ook een richting naar boven aangeeft, die weg leidt naar Petrus. Die route kiezen we nog maar niet!

     

    Op naar Balk.

    Als we na een 1,5 kilometer rechts afslaan zien we de routeaanduidingen van het Elfstedenpad.

    In 2018 hebben we dit pad in 12 maandelijkse etappes bewandeld nu doen we het virtueel. Het is een leuke bijkomstigheid dat we nu reëel en virtueel op dit pad lopen. Bij Ruigahuizen slaan we af naar de richting Balk. Langs de Luts komen we Balk binnen waar de koffie thuis voor ons klaarstaat.

     

    Ines Bergsma

  • 5e etappe St. Odulphuspad  ‘Bellum  als Virtueel Elfstedenpad 5 etappe 15 juni 2020

     We zijn weer met ons drieën. In tegenstelling met de weersverwachting is het ideaal wandelweer.De 5e etappe gaat van Oudemirdum naar Wijckel en is 15,3 kilometer. De titel van de etappe is: ‘Bellum’ wat betekent oorlog en conflicten. De streek waar deze etappe ons brengt heeft ook tekens waaruit blijkt dat oorlogen ook hier littekens hebben achter gelaten.

     Van Oudemirdum naar Kippenburg.

    Vanaf de kerk van Oudemirdum gaan we via een slingerend fietspad naar de Sminkevaart.Het eerste oorlogsteken staat even van de route. Het herinneringsmonument aan Jacob Wilbers en Joh. Wissink die hier op 27 februari 1945 zijn gefusilleerd.  Over de Sminkevaart ligt de ‘Kampbrug.’  Even verder is de locatie Elfbergen, tussen 1914-1918 gebruikt als sportterrein voor de in Gaasterland aanwezige Belgische vluchtelingen. In de crisisjaren vanaf ongeveer 1930 is het terrein ingericht als kamp voor werklozen. Later werd het gebruikt als kampeerterrein. (Ik heb er in mijn jeugdjaren ook een keer gekampeerd.) Over een bospad en langs een golfbaan komen we bij het logement ‘Kippenburg. ’ Ook hier oorlogsherinneringen. De Duitsers hebben dit logement in de oorlog als onderkomen gebruikt. Vanuit het Rijsterbos een paar kilometer verder lanceerden ze hun V2 raketten naar Engeland. Aan de ‘Lykwei’ hier dichtbij werden de eerste Belgische vluchtende militairen in 1914 opgevangen in een tentenkamp.

     Van Kippenburg naar Sondel.

    De prachtige Beukenlaan heeft de allure passend bij een opgang naar een slot of landhuis. Aan het einde van de laan gaan we via een smal bospad omzoomd door dichte begroeiing verder. Wij hebben hier ‘oorlog’ met de steekmuggen die onze blote delen aanvallen. Het levert geen monument maar jeuk op! Uit dit ‘oorlogsgebied’ gaat het via het ‘Jeneverdyk’ (herinnert niet aan drank maar aan de jeneverbes die hier groeide) richting Nijemirdum. Op het kerkhof zijn negen oorlogsgraven. Ook Molukkers die na de oorlog vlakbij Kippenburg onderdak vonden en daar zijn gestorven liggen hier begraven.

    We wandelen door de ‘Griene Singel,’ weer zo’n statige laan die op een slot(plaats) uitkwam. Het boek ‘Ta him dyn begearte’ geschreven door Ypk fan der Fear neemt de lezer mee naar de beginjaren van de twintigste eeuw en speelt zich af in deze contreien. Bittere armoede is hier geleden. Zwaar moet het ‘Ikeboskjen’ zijn geweest, lange dagen voor een hongerloon. De schors van de eiken werd gebruikt voor de leerlooierijen. Die moest in alle vroegte van de eik worden geklopt. De Bremer Wildernis waar we nu komen heeft ook als zodanig dienst gedaan. Hier vindt de das en de ree een goed onderkomen. En sinds een paar jaar is er een natuurbegraafplaats.

    Vanuit ‘De Bremen’ gaan we over een zandrug richting Sondel. Op de hoogte ervan hadden de Duitsers in de oorlog een radarpost. Restanten zien we in de verte. De Duitsers woonden dicht erbij in bunkers. Na de oorlog werden de bunkers als vakantieverblijven ingericht. Vermaard waren de kampspelen en de kampvuren.

     

    Van Sondel naar Wijckel.

    Via het gehucht Delburen gaan we verder. Ook hier heerste vroeger grote armoede. De mensen woonden hier in sobere woningen zo op de zandgrond. Nu ligt het ontsloten aan goede asfaltwegen.

    Na een paar kilometer zien we in de verte de markante toren van Wijckel. Wij moeten eerst nog een zandrug over om het stempel van deze etappe te halen bij de camping ‘De Tjasker’ prachtig gelegen en je ziet hier kilometers ver. Na een halfuurtje doorstappen, bereiken we de finish bij de ‘Vaste Burchtkerk.’ In Wijckel. In deze kerk is het fraaie praalgraf van de beroemde vestingbouwer Menno van Coehoorn, de laatste oorlogsherinnering van vandaag.

     Ines Bergsma